Je wil op obsessieve wijze laten zien wat je waard bent. Je probeert de beste werknemer te zijn en neemt continu veel verantwoordelijkheid op je. Vaak ligt hier onzekerheid over het eigen functioneren onder.
Je werkt nooit hard genoeg voor je gevoel en kunt maar moeilijk stoppen.
Je slaapt weinig, eet niet goed en hebt weinig sociale contacten, omdat alles in dienst staat van het werk.
Je geeft niet toe dat er iets mis is. Je voelt je bedreigd, paniekerig en opgejaagd.
Je verandert je kijk op de wereld. Vrienden en familie vind je niet langer belangrijk. Hobby’s zijn irrelevant. Werk is het enige wat nuttig is.
Je vindt collega’s maar lui en ongedisciplineerd. Je bent hard en cynisch en vindt dat problemen niet aan jou liggen maar aan je werkdruk.
Je sociale leven wordt steeds kleiner en je raakt geïsoleerd. Mogelijk zoek je ontspanning in alcohol en medicijnen.
Je gedraagt je anders dan vroeger. Vrienden en familie maken zich zorgen.
Je vindt jezelf en anderen waardeloos en merkt niet langer meer waar je zelf behoefte aan hebt.
Je voelt je leeg van binnen en om daar over heen te komen ga je overdrijven met andere activiteiten zoals seks, sport of alcohol.
Je voelt je verloren, onzeker en uitgeput. Je toekomst ziet er inktzwart uit.
Een totale geestelijke en fysieke instorting. Je hebt langdurig hulp nodig.