Tot in de 19de eeuw waren bijna alle medicijnen van plantaardige oorsprong. Kruidengeneeskunde behoort dan ook tot één van de oudste vormen van geneeskunde. In Europa wordt kruidengeneeskunde ook wel fytotherapie
(fytos betekent kruid) genoemd. Fytotherapie kan meegenomen worden als onderdeel van een behandeling, in de vorm van thee, zalf of tinctuur. Dit afhankelijk van de klachten.
Fytotherapie is net als homeopathie*
een holistische geneeswijze. Dit betekent dat zowel het lichaam als de geest bij het genezingsproces wordt betrokken. Vroeger stonden de fytotherapie en de reguliere geneeskunde niet zover van elkaar af. In de loop van de jaren is fytotherapie op de achtergrond geraakt. Dat is jammer, want planten bevatten werkzame stoffen tegen tal van ziektes en staan aan de basis van veel medicijnen zoals we deze tegenwoordig kennen.
Daar waar onze huidige medicijnen tegenwoordig voornamelijk gebaseerd zijn op gesynthetiseerde stoffen, maakt de fytotherapie uitsluitend gebruik van planten, delen van planten, plantenextracten of -tincturen. Het biedt geen oplossing bij ernstige aandoeningen, ziektes en afwijkingen. Fytotherapie wordt met name gebruikt voor preventie, begeleiding en pijn- of symptoomverlichting. Typische klachten waarbij fytotherapie een rol kan spelen zijn o.a. slaapproblemen, angsten, vermoeidheid, concentratieproblemen, maag- of darmklachten, hoofdpijn, migraine, allergieën, chronische verkoudheid of overgewicht.