Geheugen- en concentratieproblemen door chemotherapie
Chemobrein is een ander woord voor cognitieve problemen zoals geheugen- en concentratieproblemen door chemotherapie. Naast chemotherapie kunnen hormonale therapie, meer ziektes tegelijk (co-morbiditeit) en andere medicijnen in combinatie met anti-kankermedicijnen triggeren. Ongeveer 30% van de mensen geeft aan nog lang na de chemo klachten te ervaren zoals concentratieproblemen, verminderd geheugen m.n. korte termijngeheugen, verminderde stressbestendigheid, moeite met schakelen naar andere activiteit, chronische vermoeidheid (hersenmoeheid) en/of overprikkeling.
Cognitieve problemen na chemotherapie ('chemobrein') lijken het gevolg van beschadiging aan de hersenzenuwcellen. Normaal worden deze beschermd door de bloed-hersenbarrière, maar sommige cytostatica kunnen hier in kleine hoeveelheden doorheen sijpelen waardoor de witte stof wordt aangetast, die de verbinding vormt tussen de verschillende hersengebieden. Naast een directe beschadiging van de hersencellen, kunnen cytostatica ook indirect een negatieve invloed op de hersenen hebben door o.a. het immuunsysteem te ontregelen en cytokinespiegels te verhogen. Niet alleen chemotherapie kan invloed hebben op het cytokinegehalte, ook hormoontherapie zoals tamoxifen (bij borstkanker) heeft er effect op, evenals op neurotransmitters en logischerwijs de beïnvloeding van het oestrogeensysteem, wat ook kan leiden tot cognitieve problemen op langere termijn.